Tijdens onze trainingen wordt er veel geoefend met presenteren. De eerste sessie is uiteraard het lastigste, alles is nieuw; de andere deelnemers, de locatie en wij als trainers.

Toch is het mooi om te zien hoe snel alles vertrouwd voelt. De feedback aan het einde van die eerste les is dan ook steevast ‘ik voelde me veilig’ en ‘ik ben heel trots op wat ik al heb gedaan’.

Omdat de training heel praktisch is opgebouwd, sta je iedere sessie voor de groep. Aan de hand van het huiswerk of een eigen ingebrachte praktijkcasus wordt een presentatie gegeven. Daarbij kijkend naar jezelf (je kwaliteiten bijvoorbeeld) of kijkend naar ‘buiten (bijv. naar de cultuur waarbinnen je werkt of studeert).

Na een aantal lessen (en vergis je niet hoe snel dit al gaat) sta je veel steviger voor de groep en wordt de presentatie steeds losser en comfortabeler. En daar komt nieuwe taal om de hoek kijken. Want wat horen wij in het begin? “Hoi, ik ben …. en ik heb spreekangst”.

Is dat (nog) zo? Of kun je langzaam aan overstappen op “Hoi, ik ben…. en ik HAD spreekangst”?

Dat inzicht is emotioneel en overweldigend. Onze deelnemers hebben vaak al een lange tijd getobd met spreekangst. Uitwegen gezocht als ze moesten presenteren, andere presentatietrainingen gevolgd of rustgevende medicatie geslikt. Als dan blijkt dat het nu wel lukt en de angst plaats heeft gemaakt voor gezonde spanning dan gebeurt er iets.

Dan wordt het dus tijd om een nieuw verhaal over jezelf te gaan vertellen. Ja, je vindt presenteren (nog) spannend (wie niet?) maar je durft het nu wel. Je had spreekangst en je bent niet langer iemand mét spreekangst.

Het nieuwe verhaal vraagt vaak nog even oefening, maar wij luisteren nog een tijdje met je mee. Het oude boek mag dicht, je hebt iets nieuws over jezelf te vertellen!